Skip to main content

Herken

de signale

  • Er bestaan veel mythes en stereotypen over wie te maken krijgt met huiselijk geweld. Zo bestaat er ook geen ‘typisch’ slachtoffer. Iedereen kan te maken krijgen met huiselijk geweld. We zien wel dat vrouwen en jongvolwassenen statistisch gezien een hoger risico lopen. Slachtoffers worden in de samenleving en door de media vaak stereotiep afgeschilderd als afkomstig uit gezinnen met een lager inkomen of ‘disfunctionele’ gezinnen. Deze schadelijke stereotypen kunnen mensen uit gezinnen met een hoger inkomen – zoals Maria – het zwijgen opleggen. Zij lijden in stilte uit schaamte of angst voor veroordeling en reputatieschade in hun privéleven of op het werk.

  • Maria wordt geconfronteerd met dwangmatige controle: een patroon van gedragingen waarbij dreigementen, vernedering en intimidatie worden gebruikt om haar te kwetsen, te straffen, te controleren en/of angst in te boezemen. Hoe kunnen we bepalen of Maria’s situatie misbruik is en niet gewoon een uitdagende relatie? De belangrijkste onderscheidende factoren zijn macht en angst. Er is een machtsongelijkheid en Maria voelt zich bang, maakt zich zorgen over de gevolgen van niet-naleving, de mogelijke acties van haar man, en de impact van het beëindigen van de relatie. Maria is bezorgd over de terugkeer van haar man, heeft zich omgekleed, haar make-up verwijderd en het huis schoongemaakt. Deze acties geven aan dat ze het gevoel heeft bepaalde regels te moeten volgen uit angst voor ‘straffen’ (fysiek, seksueel, psychologisch of economisch). Haar man zou haar bijvoorbeeld kunnen verhinderen haar vrienden te zien, haar bezittingen kunnen vernielen, of haar communicatie kunnen controleren. Als gevolg daarvan heeft Maria geen keuzevrijheid en wordt ze gecontroleerd in haar dagelijkse activiteiten.

  • Huiselijk geweld is schadelijk en Maria kan te maken krijgen met een slechte mentale gezondheid. Deze kan zich uiten in bv angst en depressie. Daarnaast kan het ook een impact hebben op haar lichamelijke gezondheid. Haar relaties kunnen onder druk staan, vooral als haar man deze heeft gesaboteerd, wat tot isolatie kan leiden. Maria kan ‘extra alert’ zijn en worstelen met een laag zelfbeeld en vertrouwensproblemen, zelfs met familie, vrienden en collega’s. Maria doet waarschijnlijk haar best om haar ervaringen thuis een invloed te laten hebben op haar werk. Toch kan ze het moeilijk hebben zich op haar werk te concentreren, vaker fouten maken, of moet ze soms taken opnieuw doen. Als gevolg daarvan kan ze de behoefte voelen extra uren te werken om geen aandacht te trekken op haar werk. Of om ‘s ochtends vroeg of ‘s avonds laat werkgerelateerde e-mails te versturen. Dit mogelijk om haar werklast ten gevolge van de uitdagingen thuis te beheren.

  • Maria’s collega’s merken misschien dat haar e-mails soms op ongebruikelijke tijdstippen binnenkomen en dat ze ‘wanneer ze thuis werkt’ angstiger lijkt. Ze merken misschien op dat ze op het laatste moment meetings afzegt en afgeleid wordt door haar rinkelende telefoon. Maria is misschien stiller en teruggetrokkener geworden en vermijdt sociale activiteiten met collega’s. Ze neemt misschien op korte termijn vrije dagen op en wanneer collega’s haar daar naar vragen, heeft ze moeite om uit te leggen waarom.